Verhalen

Hoe de Harlinger Ale Olivier, Ale Fluus, meereisde aan boord van een zeilschip met een Terschellinger stuurman.

Viermaster Passat 1933/34Mijn opa, de Terschellinger Jacob Stada werd geboren in 1859 en overleed op 77-jarige leeftijd in 1937. Hij doorliep alle rangen bij de zeilvaart, van matroos tot kapitein. De eerste gegevens die ik heb, komen uit het Harlinger archief. In 1881 monstert J. Stada zich aan als matroos, voor een gage van ƒ 32 per maand. Het was gebruikelijk dat een zeeman als jongen begon, dus er zijn vast meer gegevens in de archieven. In de jaren 1907 en 1908 is hij 1ste stuurman op het driemastvolschip "de Europa". Gelukkig heeft Arie Metzelaar uit Nieuwediep (Den Helder) een boek over de tweejarige reis geschreven. Dit boek geeft een goede weergave hoe het leven op een zeilschip was. Er werd hard gewerkt en alles moest tijdens de vaart met handkracht gebeuren. Om bijvoorbeeld de zware zeilen te hijsen was er veel kracht voor nodig. Dit werk moest vooral efficiënt gebeuren. Om gelijktijdig de krachten in te zetten werd meestal op de Europa bij zware klussen op de maat gezongen. Er bestonden speciale liederen, de haalliedjes, de pompliedjes, de gangspilliedjes en de ballades, die op veel schepen werden gezongen. Zo ook tijdens deze reis, doch opa had voor de vliegende bende, zoals hij zijn ploeg noemde, een speciaal haallied gemaakt. Ik citeer een klein stukje uit het boek Europa Ahoy!



Het tuig heeft geen moeilijkheden meer voor ons en in pikkedonker met zwaar slingerend schip, voelen we ons daar volkomen veilig. Is er iets te halen of te trekken, of moeten de brassen een "pull" hebben, dan doet de stuurman dit met de vliegende bende. Hij zingt dan zelf uit:


Arie de Jutter

Lille Hans

Kurepatkin

Ale

Drinken betalen

Bij Riekje halen

Val in je kont boys,

houden wat je hebt,

maak vast.


Wij hebben reuze pret en trekken daarbij als paarden. Lille Hans is de bijnaam van den jongen Duitser, in tegenstelling met "Store Hans, den Noorschen matroos van onze wacht. "Kurepatkin" is de bijnaam voor Nicolai de Rus en met "Ale Fluus", kortweg "Ale", wordt Vic bedoeld. Ik zelf ben "Arie de Jutter" (opmerking: de Niewediepers worden jutters genoemd en Metzelaar komt daar vandaan). Ale Fluus is volgens de stuurman een straattype geweest te Harlingen. Vic die er af en toe kan uitzien als een landlooper, is daarom "Ale Fluus" gedoopt. Enz.



Het heeft me altijd geïntrigeerd wie die Ale zou zijn. Een vraag, lang geleden in de Harlinger Courant leverde echter toen geen antwoord op. Ook de Friese Stamboomgroep op internet wist geen raad met de vraag. In december 2004 kwam ik in aanraking met de in Harlingen opgegroeide Suzanne Lugtmeier, die een, in augustus uitgegeven boekje had over bijnamen in Harlingen. En ja hoor! Ale Fluus, Olivier, woonde in de Hofstraat.

Johan van der Wal, een Harlinger wist me te vertellen dat een fluus, een vel betekent, bijvoorbeeld op de melk. Als "stambomer" ben ik benieuwd wie dat nu is, die Olivier…. En wie weet komt iemand ook nog met onthulling van de verkoopster Riekje, die sterke drank verkocht.

Kees Stada

 Terug naar de verhalenlijst